Aanwezig: Kim, Alean, Storm en later Peer.
Kim, Alean, Kalrak en ik staan rug tegen rug op een kleine verhoging tegenover een almaar groeiende horde velociraptors.
Na de eerste vechtronde waarbij Alean all bijna het loodje legt, voelen we trillingen in de grond: Stoorwormen. Kim heeft nog een tremorbom en die gaan we inzetten. Ik mag gooien omdat ik daar goed in ben, maar het is lastiger dan ik dacht en ik gooi net niet ver genoeg. Door een wanhopige sprong weet ik me nog net buiten bereik te krijgen (binnen bereik was het een zekere dood voor mij) maar Kim heeft minder geluk en raakt bewusteloos. We gaan de tegenovergestelde kant van de bom op omdat we denken dat de stoorwormen wellicht naar de plek gaan waar de bom is afgegaan. Ik neem Kim mee, Alean en Kalrak vereffenen het pad. Even later weet Kalrak Kim bij bewustzijn te brengen. Er blijken mini-velociraptors te zijn die heel snel langs rennen en met een lange klauwnagel proberen je in je voet te raken. Even verderop hebben de velociraptors een barrière gemaakt, daar willen we naar toe. Dan komen er Velo’s op ons af met extra lange stokken. Voor onze verbaasde ogen duiken ze voorover en maken een reuze sprong met de stokken als steun. Pal boven het hoofd van Kim laten ze een zak met slangen (pot 30) los! Kim wordt gebeten en Kalrak ook. Aan de andere kant van de barrière zijn nog meer van die polsstok springers. Dat is het moment dat ik besluit te gaan praten: “Stop!”. “Wij zijn vreedzame reizigers en dit wordt een bloedbad, kunnen we niet onderhandelen?” Ze houden in en als hun leider komt (Dash, met rechterhand Cargo) blijkt dat ze alleen maar op ons goud uit zijn. Dat is even slikken, want het is nogal wat in ons geval maar we gaan akkoord.
Ze doorzoeken onze bezittingen en nemen al wat er blinkt maar daarna kunnen we met ze om een vuurtje zitten en praten.
Ze zijn van de Silver Claw. Er zijn in totaal 6 velo-groepen waarvan 4 een vast territorium hebben, Met de klok mee: Silver Claw, Mud Claw, Bruine Claw, Under Claw. Zonder vaste plek is er dan nog de Pest Claw en de Urghs. Je kan hun gebied doorkruisen voor 10.000 gp per persoon.
Ze brengen ons naar het zuiden tot de grens waar de magie weer gaat werken en we krijgen 1 waterzak (5 liter) per persoon.
We ontmoeten per toeval vrienden van Peer en gaan met hen mee naar Blueclaw.
We worden goed ontvangen en Scar (een levende legende omdat hij op griffin’s mountain is geweest en het kan navertellen) besluit met ons mee te gaan voor een tweede poging.
We leren nog dat Keen Eye een figuur is die een tegenhanger is van Blue face.
De jagers van Blueclaw verspreiden tonnen water op de route en wij hebben een weekje de tijd om bij te komen en Kalraks arm aan te laten groeien. Verder verzamelen de jager herten om de griffins af te leiden als wij van uit het gebied met de vermeende meren (slarges territoria) g-mountain gaan benaderen.
We trekken op Titanoteren (soort hangbuikzwijnen) met Scar en consorten naar de onzichtbare wel/niet-magie grens en volgen die tegen de klok in. Na een week zien we een griffin en even later 15! Alean schiet er op flinke afstand al een stuk of drie neer. We zijn nu midden in een gevecht mmaar worden beschermd door een protectie cirkel (+10) en op dit moment loopt het lekker; van de 15 griffins zijn er 8 uit de lucht!
Fluitend vechten we verder, het zonnetje schijnt, wat kan ons nou gebeuren…
Storm