De onderwereld

Aanwezig: iedereen
(hoewel Peer niet gespeeld heeft, Ruben speelde Yves en Mees speelde eerst Senso, later toen Alean erbij kwam speelde Mees Alean en nam Lot Senso over)
Het duurde even voordat we allemaal aan de zelfde vorm dachten. Blijkbaar begreep niet iedereen de grap: de uitzondering was een uitzondering om dat deze als enig geen uitzondering was.
Doet me denken aan life of Brian: You have to be different! crowd: We are all different! …I’m not!
Opeens gaat er een poort open naar een ondergrondse tunnel, de jungle in. Het was Yves die op het idee kwam om met behulp van de stenen cirkels en de amuletten de paarden naar beneden te toveren zodat we ze mee konden nemen, de jungle in. Er is licht door algen die een blauw schijnsel uitstralen. We lopen over een pad, het is er warm en vochtig. Het wordt steeds meer een wereld onder de wereld: de onderwereld. Dan horen we mooi maar droevig gezang. Het blijken elven te zijn die tot onze vreugde Alean blijken te vervoeren. Ze waren naar ons op zoek. Alean leeft en blijkt te zijn “gered” door de Uil. Ze hebben de boot aangevallen met als doel Alean en Peer te doden. Peer overleefde, maar Alean niet en is overboord gegooid. Dat was precies de bedoeling: de Elven hebben hem opgepikt en weer levend gemaakt. De elven zijn Lendz. We horen dat verderop een grote stad ligt: Juruti. De leider van de Lendz heet Decnavda. We besluiten om een beker-ceremonie met hem te doen en dat lukt. Maar voor mij het belangrijkste ze kunnen mijn rechterarm genezen! Je begrijpt hoe ontzettend dankbaar ben als je ooit met links je gulp open hebt moeten doen.
We trekken verder naar Juruti en komen bij een vervallen poort en een rivier. Aan de overkant zien we een vissershaven. We wachten tot het donker is (om de een of andere reden gaan hier ’s nachts de algen uit ofzo) om stiekem langs het dorp te kunnen sneaken, maar dat gaat niet lukken. Er is geen weg om het dorp heen. Kim en Alean wachten in een boot op de kapitein om een overtocht zonder vragen te regelen. Helaas laat de kapitein op zich wachten en als Kim informeert bij een havenarbeider wordt hij met achterdocht ontvangen en naar een leider gebracht. Kim moet zich de blaren op de tong praten om de situatie uit te leggen, maar men blijft verbaast waarom we niet gewoon geroepen hebben, dat was een stuk sneller en simpeler geweest. We trekken verder naar het noorden ( Juriti en daarachter liggen Belèm & Coari horen we) waarbij het pad steeds onbegaanbaarder wordt. Onderweg worden we nog aangevallen door moddermosters. Hun zuur beschadigt mijn zwaard, maar ik weet me met een mooie achterwaartse salto op het droge te brengen. Yves wordt wel geraakt, maar weet zich los te rukken. We laten de Blobs blubbend achter.
Later komt er een enorm leger voorbij met Orcs op Wargs, Brews en mensen wel 1000 man totaal!
Gelukkig zien ze ons niet. We komen bij een dorp waar we doorheen racen, maar in het volgende dorp voeren we circus trucs op en worden enthousiast ontvangen door de bevolking. Het leger hoort bij dit gebied (ondergronds) en trekt naar de zuid grens omdat er sprake zou zijn van indringers. De ondergrondse wereld blijkt zich nogal minderwaardig en gediscrimineerd te voelen ten opzichte van de bovenwereld.
De volgende dag bereiken we Juruti. Alean en ik gaan op onderzoek uit, Omdat de circus-act lijkt te werken ga ik naar de marktmeester om voor de volgende middag te reserveren. Dat kost 5gp. In de haast een andere naam te verzinnen geef ik in paniek ons circus de naam “De Paarse Pieten”. We vinden ook een louche herberg “de muur” en reserveren voor 7 man. De rest van de groep halen we op en iedereen gaat zijn truc voorbereiden. Kim gaat de bruggen onderzoeken. De rivier splitst zich namelijk in drieën en je moet twee bruggen over om bij de haven te komen die streng bewaakt worden. Ik ga op zoek naar het dieven gilde en ontmoet in de blaffende vis ene Karel, leider van het smokkelaarsgilde. Het gesprek verloopt een tikje moeizaam en ik durf hem nog niet te vragen om ons te smokkelen. We praten over de voorstelling morgen. Hij is met name nogal ontsteld als ik eerlijk antwoord dat ik uit Terdan kom. Dat ligt gevoelig omdat dit in de bovenwereld ligt. Ik vraag of hij me een assistente kan bezorgen en we spreken morgen 11 uur af. Hadi maakt zich ondertussen nuttig door te folderen in zijn Ghillie suit dat hij geel heeft gemaakt waardoor hij op een enorme lieve vogel lijkt. Alean zoekt mos om tijdens de voorstelling op de voeten van Isnurd te laten groeien.
Als ik Karel de volgende dag weer spreek blijkt dat het toch wel wat onverstandig zou zijn om een circusvoorstelling te geven. Het gerucht dat er een circustroep uit de bovenwereld rondtrekt, trekt misschien soldaten aan. De smokkelaars willen ons wel langs de bruggen tot een boot brengen in ruil voor onze paarden. We geven de paarden weg, maar niet de vliegende koe. Die moet maar via de lucht naar de boot zien te komen. Wij duiken voorlopig onder en kunnen wachten bij het kerkhof tot het donker wordt en worden dan opgehaald.
Kim en ik bezoeken een shrine (trikster) en geven een haast-pil voor paarden per persoon aan de dienstdoende geestelijke. Dan bidden we voor een veilige overtocht.
Of onze gebeden worden verhoord zullen we snel ondervinden…