We reizen ’s nachts door de woestijn.
Rinus ziet als hij meevliegt op het tapijt van Peer in het zuid westen een aantal afwijkende heuvels.
We gaan die richting uit en slepen de kisten met ons mee.
Na 2 dagen zien we een driekantige piramide uit het zand omhoog steken. We onderzoeken die, maar dat levert niets op, dus gaan weer verder.
500 meter verder zien we een spoor van 8 poten dat we volgen. Het spoor blijkt afkomstig van een reuze schorpioen (Grampus) die er slecht aan toe lijkt te zijn. Peer vliegt met Isnurd op het vliegende tapijt, ik en Alean staan op de grond met een schatkist. We spreken hem aan, maar hij valt aan richting Alean en mij. Hij spuit vanuit zijn staart een zure vloeistof die mijn harnas blijvende schade toedoet. Isnurd doet een fire arrow op hem en het beest is vrijwel dood.
Dan komen er in een kring rondom hem 60 andere Grampussen uit de grond. Het was een val!
Alean kan vliegen dus nu ben ik opeens de enige die gevaar loopt. Mijn Wind elemental gooit me een eind weg. Nu heb ik een paar beurten nodig om mijn onzichtbaarheidsmantel te activeren. Daartoe worden de dichtstbijzijnde Grampussen aangevallen door Isnurd en Alean.
Het lijkt te lukken; ik doe de spreuk en… ik verkloot het op een verschrikkelijke manier. Niet alleen lukt de spreuk niet, mijn haar gaat er ook nog recht van overeind staan.
We moeten weer opnieuw beginnen maar de tweede keer lukt het gelukkig wel.
We hergroeperen bij de piramide. Ik hoopte daar veilig te zijn, maar dan voelt Alean trillingen in het zand. Stoorwormen!
Isnurd doet Madness op een stoorworm en die werkt: de worm is dood. De rest schrikt daar blijkbaar van want verdwijnt onder de grond.
Met de haste drum van Isnurd trekken we snel verder en bereiken de heuvels die van rots blijken te zijn. Daar groeien ook at distels waaruit we wat vocht weten te halen. Ons atertekort begint behoorlijk nijpend te worden.
Terwijl we slapen ziet Isnurd die op acht staat een reuze vogel (Pterodomton ofzo) die vliegt, omhoog gaat en verdwijnt, verderop opeens weer verschijnt.
We trekken de volgende dag verder naar het zuiden omdat de horizon daar anders lijkt. Dan zien e nieuwe Grampussen. Isnurd doet een spreuk en ze gaan de grond in. We gaan door.
Dan zijn we 1 dag trekken verwijderd van de ondergrondse rivier. Isnurd en Peer vliegen vooruit op hun tapijtje en Alean en ik gaan over de grond. Plots staan we oog in oog met 5 Grampussen. Een spannend gevecht volgt, en we weten ze te verslaan. Niet veel later bereiken ook wij de rivier die zich aan het herstellen is. Er komt een stroompje op uit dat erg goed voelt.
We maken daar een kamp en ik wil daar nooit meer weg. Eerst verdwijnt Peer, dan Alean en dan Isnurd.
Zij volgen het stroompje stroomopwaarts en dat wordt een beek, mooier en lieflijker dan we ooit zijn tegengekomen.
Peer haalt me op, maar ik wil niet mee. Hij probeert me te beschieten, dat lukt niet maar zijn hoofd weet me te befuddelen en ik ga met hem mee. Het blijkt een prachtig beekje met geitjes en boompjes dat steeds paradijselijker wordt. We lopen terug de woestijn in. Na twee dagen komen we bij een oase met een gekleurde tent. Daarin zit een man met een baard: Hans.
Hans blijkt veel te weten. Hij vertelt ons van alles. Hij wijst ons de plek aan op de kaart waar we zijn en waar we het juiste pad moeten nemen. Na veel gezoek ontdekken we dat de papieren kaart rond de koker gevouwen kan worden en dat de paden dan aansluiten. Het juiste pad begint in hobbitland: Pohon.
Vanuit Pohon komen we bij het rode blad (Meraw) en daarna bij het groene blad (Hijau).
Die bladen passen als ying en yang.
We vragen ook wat de stenen doen in de kist die Donderdag bij zich heeft. Door een ceremonie van een uur te doen verschijnt er een kasteel.
Dan neemt Hans ons mee naar een bijzondere kloof met twee deuren. Beide deuren gaan naar de stad Tes die nu onder het zand ligt. We kunnen beide deuren maar één keer doorgaan.
De linker deur gaat naar de stad zoals hij nu is maar dan zonder zand zodat je er kan lopen.
De rechter deur naar dezelfde stad, maar dan honderden jaren geleden toen de stad nog in volle bloei was.
Aan ons om te bepalen of welke deur we eerst doorgaan.
In het oude Tes werkt een wapensmid die het zwaard van Isnurd kan maken.
Comments are closed.