De mislukte beroving

Aanwezig Alean Arnith (Mees)  Peer (Ruben) Kim (Jeroen) en Storm (en Ramon als vergeten npc)

Het stadje Murti (of “Mopti” zoals ze het zelf noemen) is grotendeels ommuurd en ligt aan de rivier Zanni.
Bij de poort wachters met hellebaarden. Later wordt duidelijk dat de goedgetrainde hellebaard-types centraal gestuurd worden door de aanhangers van Voria (god van groen). Dit stadje wordt op een behoorlijk fanatieke manier onder controle gehouden. Maar dat weten we nog niet als we door Mark gewenkt worden en duidelijk wordt dat we zijn uitgenodigd door de bankier Arta voor een maaltijd later. We worden naar een herberg geleid en onze paarden gaan naar een stal. Het is een welvarende stad, rijk door handel en door goudzoekers die 100 km zuidelijker goud vinden en naar de stad brengen. De maaltijd met Ara is goed. Peer bezoekt later de stadskerk. Interessanter is misschien de tempel voor planten en bomen: Voria. Wel blijkt er een gerucht dat in Santa Ribera een bron is met helende werking en die zelfs eeuwige jeugd kan geven.
Ik ga samen met Alean met een oude visser spreken maar daar worden we niet veel wijzer van. Kim haat naar de tempel van handel en maakt voornamelijk een bedelaar rijk en wordt niet veel wijzer dan dat hij bij de tempel van Voria moet zijn. We gaan daar met zijn allen naar toe. Daar blijkt dat als je bij Santa Ribera in de tempel wilt gaan je aanhanger van Voria moet zijn.
Het blijkt ook dat er twee elven zijn geweest opzoek naar een elf die niet uit het noorden komt. (Alean?) Er lijken ook wel boodschappen in de tuin te zijn. We kopen 8 porties Heal 1d4 en een regrow en een heal body voor vrij veel geld.

Bij de vismarkt zien Alean en ik twee hobbits! Ze heten Tusl en Hanslo en komen uit een westelijk tak. (je kunt de plane in takken verdelen zoals spaken van een wiel, of taartpunten) De hobbits gaan vissen in een meer ten zuiden. Later komen we er achter dat ze grote vissen zoeken om als vervoermiddel te kunnen gebruiken. Ze willen ze in kruiken vervoeren. Kim koopt ook zo’n kruik. Ze willen ons wel inhuren als lijfwachten, maar wij willen de andere kant op. Kim vraagt wat pijptabak van ze voor Isnurd (we leggen uit dat een hobbit-vriend er even niet is).
We hadden nog een afspraak bij de bank met Arta. Hij is og bezig, maar twee uur later ontvangt hij ons. Ondertussen zijn we ook de Hobbits weer tegengekomen en die gaan mee.
Boven in de bank zien we trofeeën van Arta. De ruimte wordt door een groot tapijt in tweeën gedeeld en we zijn benieuwd wat er achter is. Ik doe een truc (snij de met een kaart een appel op het hoofd van een dame doormidden) terwijl Peer de deur achter het tapijt probeert open te doen. Een hard geluid doorklieft de ruimte en Peer krijgt een lichte schok!
Arta in niet geamuseerd en stuurt Peer weg. Beledigd gaan wij ook maar. We gaan naar de pont en wat later komen de hobbits daar ook. We varen naar de overkant, en maken een omtrekkende beweging om de stad en gaan verder naar het westen. Na 6 dagen zien we twee elven. Alean zegt meteen de drie woorden: “Bans, Troon & Glorierijk”. De elven Nats & Odi (anagram van stadion) begrijpen niet wat ermee bedoeld wordt maar willen Alean graag meenemen naar hun wijze leider.
We gaan om het gebied met de Morgendouw-jungle heen en het wordt steeds drassiger, vol bloedzuigers en verraderlijke takken.
Als we tot onze heupen in het water lopen komen er opeens 5 boomstammen op ons aangezwommen: Kroko’s! Alean missiles er een vrij snel aan gort, maar het zijn stugge motherfuckers. Ik weet er een goed te raken, maar hij mij ook! Zijn kaken komen niet door mijn harnas heen, maar crushen mijn buik en alles wat zich daar in bevindt! Alean raak mijn Kroko uiteindelijk net goed genoeg en de kroko’s beet verslapt. Ik ontsnap aan een penibele situatie.
Peer sunbeamt “mijn” kroko tenslotte, het is zijn derde spreuk en derde dode kroko.
De elven healen mij en Kim healt de ene elf die van achter per ongeluk door de andere alf was neergeschoten. Kim krijgt een muntje. Phoe, even bijkomen, ik kijk uit naar een ontvangst bij de elven en voornamelijk naar een goed bed.